In de Syrische gevangenis bij Belgische IS-strijders: ‘België heeft hen nog niet ondervraagd’

In de Noord-Syrische stad Al-Hasakah bewaken Koerdische soldaten een geïmproviseerde gevangenis met naar schatting vijfduizend IS-jihadisten, onder wie ook vijf Belgen. Zij zijn, zo stelt de gevangenisdirecteur, nog niet ondervraagd door de Belgische inlichtingen- of veiligheidsdiensten.

Maart 2019, Baghouz. Duizenden moegestreden IS-strijders geven zich over aan de Syrische Democratische Strijdkrachten bij de val van het laatste grote IS-bolwerk in Syrië. Onder die laatste groep jihadisten bevinden zich ook Belgen. Ze worden naar verschillende Koerdische gevangenissen overgebracht, verspreid over de gebieden waar de Autonome Administratie van Noordoost-Syrië de plak zwaait. Eén zo’n gevangenis komt in Al-Hasakah.

‘Gevangenis’ is een groot woord voor de toestand die we aantreffen in de Noord-Syrische stad. Tussen alle ellende van de Syrische oorlog stortte ook het onderwijssysteem in. Een getuige daarvan is de transformatie van een voormalig schoolgebouwtje in Al-Hasakah waar Syrische kinderen school liepen naar een vergeetput waar nu rond de vijfduizend IS’ers verblijven.

Daar zitten ook vijf Belgen, volledig geïsoleerd van de rest van de wereld. De gevangenisdirecteur, die anoniem wil blijven, geeft aan dat de Belgische overheid zich bewust moet zijn van het risico op vluchtgevaar na het Turkse offensief in de regio. “De Belgen moeten de aanval op ons stoppen omdat het in feite ook een aanval op hen is. Door de Turkse aanvallen is er een risico dat ze vluchten en terugkeren naar België. Na de Turkse invasie hebben we minder bewakers ter beschikking omdat er velen werden opgeroepen om te gaan strijden. In Al-Hasakah zijn er IS-cellen actief die deze mensen willen bevrijden.”

De gevangenisdirecteur geeft aan dat sommige IS’ers bewust foutieve namen doorgeven. “Vooral de oorlogsmisdadigers doen dat om hun straf te ontlopen. Het feit dat jullie inlichtingen- en veiligheidsdiensten de Belgische terroristen in onze gevangenissen nog steeds niet ondervraagd hebben, maakt de situatie er niet bepaald gemakkelijker op.” 

Hij stelt dat een internationaal tribunaal de beste oplossing zou zijn. “Ik verzorg de mensen die mijn vrienden hebben onthoofd. We hopen dat ze inzien dat ze fout waren. We hebben hier geen deradicaliseringsprogramma’s. We proberen onze menselijkheid te tonen. Ik praat vaak met de gevangenen en confronteer hen met hun misdaden. IS heeft de gruwelijkste daden begaan, ook tegen ons volk, maar we blijven menselijk. Dat is het verschil tussen ons en hen.”

Smeken om genade

Elders in de gevangenis zitten tientallen jihadisten als haringen in een ton opeengepakt. Uiteindelijk ontmoeten we drie Belgen in een bedompte, stinkende ziekenboeg tussen enkele honderden anderen: Annas Koundi uit Grimbergen, Adel Mezroui uit Kapellen en Abdellah Nouamane uit Antwerpen. Ze liggen op de grond naast elkaar. Alle drie smeken ze koning Filip, de overheid en de Belgische bevolking om genade.

Abdellah Nouamane (24), bijnaam Abu Jihad Al-Belgiki, vertelt dat hij het niet makkelijk had als kind. “Ik was heel jong toen mijn ouders zijn gescheiden. Er waren altijd problemen, ook met de politie, tot de jeugdrechter besliste dat ik naar mijn vader mocht gaan rond mijn dertiende, veertiende.” Nouamane vertrok in 2013 naar Syrië. “In Idlib heb ik gevochten aan de checkpoints. Ik ga daarover niet liegen. Ik heb een trainingskamp gevolgd. Maar bij IS was ik zwaargewond.”

De stap naar Syrië ging heel snel, vertelt Nouamane. “Ik was al een jaartje radicaal. Ik hoorde steeds hoe slecht democratie wel is. In die tijd wist ik niets, alleen dat democratie slecht is en er geen sharia is, tot ik mijn school begon te verwaarlozen.” Volgens de gewezen militant van Sharia4Belgium had zijn radicalisering vooral te maken met een paar jongens die ook geradicaliseerd waren. Hij legt uit dat hij onder invloed van vrienden en zijn buurman naar Syrië vertrok. “Ondertussen zag ik die video’s met de gruwelbeelden uit Syrië. Ik vroeg me af: Waar zijn de moslims? Waar is de hulp? Vrouwen en kinderen gaan dood. Hoe kan je met je moeder en vader zitten te eten, drinken, lachen, terwijl deze mensen elke dag doodgaan.”

Na de aanslagen in Zaventem en Brussel voelde hij voor de eerste keer spijt, beweert hij. Nochtans was het diezelfde Nouamane die enkele maanden voor de aanslagen van 22 maart 2016 via audioboodschappen België had bedreigd met zware terreuraanslagen. Daarvoor werd hij in januari 2018 bij verstek veroordeeld tot vijf jaar cel. Eerder werd hij veroordeeld tot vijf jaar wegens lidmaatschap van een terreurorganisatie. “Toen ik die bedreiging uitte, was ik dom, jong, maar vooral zwaargewond. Er waren een paar Belgen die de telefoon naar mij toe schoven en vroegen om iets te zeggen. Ik heb gewoon iets geroepen, uit haat en agressie en pijn.”

Hij biedt zijn excuses aan. “Ik voel me schuldig omdat ik bij die groep zat. Ze hebben vrouwen en kinderen gedood. De mensen gaan zeggen dat sorry niet genoeg is. Zo breng je de overledenen niet terug. Maar ik kan er niets aan doen. Als ik aanslagen had willen plegen, zou ik in België gebleven zijn. Ik ben niet geboren als een terrorist. Ik heb er nu echt spijt van. Ik heb een vrouw en kinderen. Als ik hier blijf dan zal ik doodgaan. Aan de Belgische overheid, aan de koning: neem uw verantwoordelijkheid. Ik heb mezelf overgegeven aan de coalitie, jullie maken deel uit van de coalitie.”

Adel Mezroui is zwaargewond aan zijn benen. Er loopt een kortgeding tegen de Belgische staat om hem weg te halen uit Syrië om humanitaire redenen. Hij zit al tien maanden in de gevangenis. Ondanks alle ellende van de voorbije jaren beweert Mezroui dat IS de beste organisatie was voor buitenlandse jihadi’s. “Beelden over gruweldaden zijn pas later gekomen. Die video’s waren er niet toen ik vertrok. Na een accident in Syrië raakte ik gewond en kreeg ik spijt, maar ik vreesde een lange gevangenisstraf in België. Daarom keerde ik nooit terug. Beter vrij zijn bij IS dan 30 jaar in België in de cel zitten.”

Ook hij beweert tegen de aanslagen in Europa te zijn. “De Belgen die ik kende, wisten dat dit slecht zou aflopen en waren tegen aanslagen in Europa.” In werkelijkheid keurden vele Belgische IS’ers de aanslagen goed. De beruchte IS-terrorist Hicham Chaïb, die in de entourage zat van deze Belgische IS-gevangenen, eiste de aanslagen van 22 maart 2016 zelfs op. Dat de slachtoffers van IS-aanslagen geen tweede kans meer zullen krijgen, vindt hij geen reden om hem geen extra kans te geven. “De families die in IS-gebied woonden hebben ook geen tweede kans gekregen. Ik ben er zeker van dat hun aantal dat van de Europese slachtoffers vijf à zes keer overtreft.”

Hij erkent lid te zijn geweest van een organisatie die verantwoordelijk is voor de dood van onschuldigen, maar tijdens het gesprek zal hij blijven benadrukken dat IS medisch en financieel de beste groep was. “In België kan je geen normale moslim zijn. Mijn vrouw kan er geen nikab dragen. Je kan geen halal vlees eten.”

Vragen stellen

Tijdens het gesprek valt de elektriciteit uit. Voor de gevangenisdirecteur is dit het zoveelste bewijs dat de Syrische Democratische Strijdkrachten dringend ondersteuning nodig hebben. “Het is toch niet normaal dat wij de straten van Brussel mee veilig houden en dat we geen steun krijgen?” Op dat moment komt Annas Koundi, die in maart 2013 naar Syrië vertrok, de kamer binnen. Hij zit tijdens het gesprek voorovergebogen op zijn stoel. “Ik ben al anderhalve maand depressief. Ik krijg daarvoor geen medicatie. Het wordt erger en erger.”

Vier jaar geleden werd hij door de Brusselse correctionele rechtbank in eerste aanleg bij verstek veroordeeld tot zes jaar cel voor deelname aan terroristische activiteiten, maar het federaal parket tekende beroep aan tegen die veroordeling omdat de wet hierop een maximum van vijf jaar stelt. Later kreeg hij van het Brusselse hof van beroep een lichtere straf van vijf jaar cel.

Koundi radicaliseerde onder invloed van Sharia4Belgium. Volgens goedgeplaatste bronnen nam hij deel aan de voedselbedelingen van de opgedoekte Restos du Tawhid, de organisatie van de veroordeelde moslimprediker Jean-Louis Denis, die momenteel onder vuur ligt omdat hij nog steeds zijn radicale ideeën verspreidt. Koundi relativeert zijn rol als jihadist. Hij beweert enkel checkpoints te hebben bewaakt. Toen hij de overstap maakte naar IS, werd hij naar eigen zeggen mecanicien. “In het begin leidden we een luxeleven. IS droeg zorg voor ons en voor onze kinderen.” Op de vraag of hij zich geen vragen begon te stellen na de confrontatie met de IS-gruwel, antwoordt hij: “Ik leefde mijn leven. Ik deed mijn werk, net zoals in België ongeveer. Ik begon me vragen te stellen over de ideologie toen het serieus begon te worden. Meer en meer begon ik mijn handen terug te trekken.’

Ook hij beweert niets met de aanslagen te maken te hebben. “Ik wil dat België ons repatrieert en mij in de gevangenis steekt. Daarna wil ik opnieuw mijn leventje opbouwen. Ik wil mijn kinderen zien opgroeien en zorg dragen voor mijn vrouw en kinderen. Ik vraag aan koning Filip om voor ons iets proberen te doen. Jullie zitten nu samen met jullie families, met lekkere etentjes, en tegelijkertijd zien jullie de vrouwen en kinderen in de kampen bedelen voor eten… Ik vraag menselijkheid.”

Beeld Khabat Abbas. Ook te raadplegen via De Morgen.

Reageer