Het is een eeuwenoude les: ken je vijand. Kruip in zijn huid om hem beter te leren kennen. Dat is precies wat onderzoeker Montasser AlDe'emeh van de Universiteit Leuven doet. Hij doet 'veldonderzoek' in Syrië, voert gesprekken met Europese jongeren die daar hun heilige oorlog voeren. Onderzoek naar hun motieven geeft natuurlijk meer inzicht in het probleem dan een snelle veroordeling. Die is vaak alleen gebaseerd op weerzin. Tegen het extremistisch gedrag op het slagveld. Tegen de vestiging van de onverzoenlijke heerschappij die zij willen vestigen. Maar AlDe'emehs onderzoek heeft wel zeker waarde. Wat heeft de jihadisten zo ver gebracht? Een vraag die een antwoord verdient, want niemand wordt geboren als extremist. Extremisten worden gemaakt. Door uitsluiting, door onvermogen om zich aan te sluiten bij de maatschappij waarin ze zijn opgegroeid. Of door blinde haat, aangewakkerd door andere extremisten. Als de strijd tegen jihadisten pas begint bij hun terugkeer, loopt Europa achter de feiten aan. Als die strijd begint bij hun bekering tot het extremisme heeft zij meer kans van slagen. Daarom moet Montasser AlDe'emeh vooral blijven doen wat hij doet. Hoe gevaarlijk het ook is.