De afgelopen jaren heb ik geleerd om diep en kritisch na te denken, intensief onderzoek te doen en rekening te houden met verschillende interpretaties en perspectieven alvorens een standpunt in te nemen. Daarom ben ik redelijk stil geworden, sta ik niet te springen om geïnterviewd te worden en ben ik amper actief op sociale media. Die houding is geen uiting van angst of onzekerheid om mijn stem te laten horen of om een standpunt in te nemen.

Het is een kwestie van zo correct en nauwkeurig mogelijk mijn ideeën trachten te verwoorden, maar ook om beleefd en menselijk te blijven. Ik denk tien keer na voor ik iets schrijf, wat in het verleden niet altijd het geval was. Ik ben tevreden met die evolutie.

Waarschijnlijk zijn jullie op de hoogte van de klacht die het Forum der Joodse Organisaties (FJO) heeft ingediend tegen schrijver Dimitri Verhulst wegens antisemitisme. Dit naar aanleiding van een opiniestuk in de krant De Morgen. Zij vinden dat de heer Verhulst een stap te ver is gegaan en de Joden als volk beledigde.

Alvorens daar verder op in te gaan wil ik mijn positie met betrekking tot het Palestijns-Israëlisch conflict duidelijk maken. Als kind van Palestijnse ouders die uit hun dorp zijn verjaagd in 1948, wil ik blijven geloven in een vreedzame en duurzame oplossing voor de mensen in die regio. Ik heb ervoor gekozen om mijn steentje daaraan bij te dragen, door in dialoog te gaan achter de schermen.

Om terug te keren naar de strafrechtelijke klacht van het Forum der Joodse Organisaties (FJO), wil ik jullie meedelen dat ik de afgelopen week geprobeerd heb te bemiddelen tussen de heer Hans Knoop, woordvoerder van het FJO en de heer Dimitri Verhulst. Ik tracht een dialoog op gang te brengen tussen beide heren, maar dat is mij jammer genoeg tot nog toe niet gelukt. Ik voeg het laatste persbericht van het FJO toe.

Ten slotte wil ik een laatste publieke oproep doen aan Hans Knoop en Dimitri Verhulst om met elkaar in gesprek te treden. Ik ben steeds bereid om zo’n ontmoeting te regelen.

Reageer