'In mijn hoofd weet ik dat onze zoon dood is, maar in mijn hart kan ik het niet geloven'

Op 10 november verspreidde de IS het bericht dat de Kortrijkse Syriëstrijder Abdelmalek Boutalliss (19) in Irak een zelfmoordaanslag had gepleegd met een bomauto. Op Twitter volgde vrij snel de bevestiging dat 'Abu Nusaybah' dood was. Zijn ouders vertellen hun beklemmende verhaal aan Knack . 'Plots stond Abdelmalek voor me. We hebben elkaar omhelsd. We huilden allebei. Hij leek bang. "Als ik terug naar België kom, vlieg ik de gevangenis in", zei hij.'

In juni 2014 vertrok Abdelmalek Boutalliss naar Syrië, samen met zijn vrienden Olivier Calebout en Lucas Van Hessche. Hij vertrok 'om mensen te helpen', en hield geregeld contact met zijn moeder. Tot begin oktober op sociale media het bericht opdook dat hij een zelfmoordaanslag zou plegen. Zijn ouders vroegen jihadexpert en Knack-medewerker Montasser AlDe'emeh om te proberen hun zoon op andere gedachten te brengen. Enkele dagen voor de zelfmoordaanslag praatte Boutalliss twee keer met AlDe'emeh.

Klopt het dat je een zelfmoordaanslag wilt plegen in Irak?

BOUTALLISS: Een martelaarsoperatie bedoel je? Ja, als God het wil.

Niet doen! Denk aan je ouders. Jezelf opblazen is zelfmoord, en Allah zegt in de Koran: 'En dood jullie zelf niet.'

BOUTALLISS: (lacht) Jezelf doden is inderdaad haram, maar een martelaarsoperatie is iets anders.

Niet akkoord.

BOUTALLISS: Jezelf opofferen voor Allah is halal.

Je ouders zullen er kapot van zijn. Je vader slaapt niet meer, hij huilt de hele tijd.

BOUTALLISS: Wat maakt het uit of jij akkoord gaat of niet? Dat maakt geen verschil.

Weet je wel wat er van je lichaam overblijft als je zoiets doet?

BOUTALLISS: Zeg maar tegen mijn vader dat hij een leeuw moet blijven en niet moet huilen.

Ik heb met een islamgeleerde uit Saudi-Arabië gepraat: hij zegt ook dat het niet mag.

BOUTALLISS: (lacht) Ik ga écht niet naar jou luisteren. Die geleerden in Saudi-Arabië zijn vuile tawagheet (afgoden) die democratie willen.

Denk aan je moeder. Zij was toch altijd lief voor jou?

BOUTALLISS: Akhi (broeder), de meest barmhartige is Allah.

Je moet nog trouwen.

BOUTALLISS: Als God het wil, trouw ik wel met Hur al-'Ayn, de 72 vrouwen in het paradijs.

Ga je echt die aanslag plegen? Eerlijk?

BOUTALLISS: Nee, ik kom terug naar België want ik ben baaang... (lacht) Wat denk je zelf?

Ik zeg helemaal niet dat je bang bent, maar je moet het gewoon niet doen. Schrap je naam van die lijst.

BOUTALLISS: Met de wil van Allah zal ik die martelaarsoperatie uitvoeren.

Alsjeblieft!

BOUTALLISS: Wat is dat toch met jullie en dat blijven vastplakken aan het aardse leven?

Ik ben ook niet bang van de dood, maar daarom ga ik mezelf toch niet opblazen?

BOUTALLISS: We leven alleen om Allah te aanbidden.

Sterven is geen doel, akhi. De dood nastreven is niet de bedoeling van het leven. Wat bereik je ermee?

BOUTALLISS: Jezelf opofferen zodat het woord van Allah het hoogste wordt. En zodat de sharia zal worden toegepast.

En jij denkt dat je dat zult bereiken door jezelf op te blazen?

BOUTALLISS: Toch wel, als het op de jihad aankomt.

Kijk rond jou naar al die verschillende milities en groepen. Elke groep denkt dat hij gelijk heeft.

BOUTALLISS: Zoals de profeet zei in de hadith: 'Strijden, dan doodgaan, dan strijden, dan doodgaan, dan strijden, dan doodgaan.'

Luister eens, jij gaat het níét doen. Punt uit. Als het verdriet van je ouders je niets meer kan schelen, doe het dan niet voor mij.

BOUTALLISS: Jij bent de waarheid nog aan het zoeken, ik heb ze gevonden dankzij Allah. Toen ik nog in België was, heb ik lang gezocht tot ik de juiste weg heb gevonden.

Doe niet mee aan al die dingen. Ik zou het echt erg vinden.

BOUTALLISS: Wat kan mij jouw verdriet schelen? Uiteindelijk ben jij het niet die mij het paradijs zal laten binnentreden. Hoeveel je ook praat, ik luister niet.

Waarom niet?

BOUTALLISS: Moslims moeten strijden op het pad van Allah. Jullie, thuisblijvers, zijn zondaars omdat jullie niet eens naar het kalifaat zijn gekomen. Jullie hebben geen moeite gedaan voor Allah. Jullie blijven als vernederden in België op jullie tanden bijten. Voor niets! Kom in opstand! Vecht! Wij leven voor Allah, wij zijn slaven van Allah en we weigeren om de slaaf te zijn van iemand anders dan Allah. En om te bewijzen dat een martelaarsoperatie wél mag: in de tijd van de profeet kregen ze eens een grote poort niet open. Een broeder heeft zich toen opgeofferd voor Allah, hij klom boven op de poort en vocht tegen de vele ongelovigen en uiteindelijk opende hij de poort, en die zat helemaal onder het bloed.

Dat verhaal gaat over al-Bara' ibn Malik, maar is totaal geen verantwoording voor je plan. Tijdens de slag van al-Yamamah vroeg al-Bara zijn metgezellen om hem over de muur van het fort te duwen, zodat hij de poort kon openen. Al-Bara overleefde dat, en liet zijn mensen binnen in het fort. Dat verhaal bewijst niets.

BOUTALLISS: Hoeveel broeders hebben hier al niet gedroomd over broeders die een martelaarsoperatie uitvoerden? Een broeder zei dat hij in een droom Hur al-'Ayn heeft gezien. Ze namen hem mee en de auto ontplofte. Allah geeft nog veel meer zulke gunsten.

Dus jij gaat het doen?

BOUTALLISS: De geleerden die beweren dat het fout is, zijn zelf fout. Moge Allah hen vergeven, amen. Ja, ik ben al ingeschreven op de lijst. Ik wacht tot ze mij vragen. Insjallah, binnenkort.

Ik zou me uitschrijven. Ben je nu in Mosul?

BOUTALLISS: (lacht) Ik zeg niet waar ik ben. Ik vertrouw jullie niet, want straks sturen jullie spionnen op ons af. Ja jij, omdat je er niets van kent. Als je zou weten hoe groot het in de ogen van Allah is... Allah lacht zijn dienaren op de first line toe.

Geloof je dat nu zelf, dat we spionnen sturen?

BOUTALLISS: 'En als hij gedood wordt, dan is er geen bestraffing voor hem.' De hele wereld zet spionnen in. Hoeveel hebben wij er al niet gedood? Toch blijven ze komen. Ik ga nu bidden. Tot straks.

We zijn maar zwakkelingen die je proberen te redden omdat we veel van je houden. Ook al hebben we dat soms te weinig getoond, maar we houden van je.

BOUTALLISS: Moslims die van me houden moeten juist wíllen dat ik meedoe aan de jihad.

Veel mensen begrijpen dat niet. Je mag het hen niet kwalijk nemen. Ze willen je gewoon bij zich. Je moeder wil een tajine voor je maken. En ze wil later ook je vrouw leren kennen.

BOUTALLISS: Bij Allah, mocht ik een zoon hebben die de jihad kan doen, ik zou zeggen dat ik hem nooit meer wil zien tot hij het martelaarschap heeft bereikt. Of ik zou zelf meegaan.

Je ouders zijn gewone, eenvoudige mensen. Zo zijn er miljoenen ouders. Kijk straks maar eens rond in de moskee. Er zijn daar duizenden mannen zoals je vader.

BOUTALLISS: (lacht) Luister, ze moeten zich onderwerpen aan Allah, ze weten niet wat juist is.

Je mag ze dat niet kwalijk nemen. Niemand is perfect.

BOUTALLISS: Akhi, ik heb zelfs boeken opgestuurd naar huis, en ik heb mijn moeder ayat (verzen van God) gegeven.

Je vader is in Syrië geweest, en hij is teruggekeerd. Waarom heb je hem dan niet kunnen overtuigen van jullie project? Als hij het leven daar beter had gevonden, dan was hij toch gebleven?

BOUTALLISS: Ze hebben die boeken niet gelezen, ze houden van dit aardse leven. Ik had toen in Syrië geen tijd en ook geen boeken om mijn vader de bewijzen te tonen. Ik was zelf nog maar nieuw in de IS.

Waarom ga je niet terug naar Syrië? Is het daar niet veiliger?

BOUTALLISS: Ik heb mijn moeder veel boeken gegeven. Maar wie geen moeite doet, zal dwalen. En wie wel moeite doet en eerlijk is en zijn lusten niet volgt, zal worden geleid als Allah dat wil.

Je ouders zijn toch gelovig? Ze willen je gewoon weer thuis. Dat is normaal.

BOUTALLISS: Laat ze maar naar hier komen als ze geloven. Elke moslim is verplicht om de hijra naar het kalifaat te doen.

Maar is het wel een kalifaat? Waarom erkent niemand het? Zelfs Al-Qaeda erkent het niet.

BOUTALLISS: Jullie erkennen het niet, maar het kalifaat wordt wel erkend door de mensen van de waarheid. Hoeveel martelaren zijn hier al gevallen? En toch komen er nog veel naar ons kalifaat. Zelfs gewone moslims uit Irak en Sham (de Levant) worden soldaten van Allah en sluiten zich bij ons aan. Ook veel mensen in de Sinaï en Algerije hebben de eed van trouw aan het kalifaat gezworen. Je moet de waarheid zoeken in de Koran en de soenna, dan pas weet je wie de waarheid volgt en wie de valsheid.

Mag ik je moeder vertellen dat je je naam van de lijst hebt geschrapt?

BOUTALLISS: Ja, zeg haar dat. Jij kent goed Arabisch, hè? Ik wil je een boek geven, maar je moet het wel helemaal lezen.

Oké.

Een dag later neemt Abdelmalek Boutalliss zelf weer contact op met Montasser AlDe'emeh. Dat tweede, korte gesprek wordt meteen het allerlaatste.

Heb je je naam al van die lijst geschrapt?

BOUTALLISS: Nee, nooit verwijder ik mijn naam. Ik ga het sowieso doen. Als de opdracht komt, zal ik die martelaarsoperatie uitvoeren.

Je moeder zal er kapot van zijn.

BOUTALLISS: Dat is de jihad. Als ik op het pad van Allah wordt gedood, zal ik mijn moeder naar het paradijs leiden. Op voorwaarde dat ze moslima blijft en niet ongelovig wordt en alleen Allah aanbidt. Win-winsituatie, insjallah.

Ben je de enige Belgische kandidaat op de lijst?

BOUTALLISS: Nee. Er is nog een jonge Waal van Tunesische afkomst. Ik denk dat er nog wel meer zijn, maar die ken ik niet.

Hoe is het leven in Irak?

BOUTALLISS: Mooi. We hebben vandaag een lekkere grote vis gegeten en broeders uitgenodigd. Die vis hebben we niet in de supermarkt gekocht, maar zelf gevangen.

Fijn.

BOUTALLISS: En we hadden een hele zak dadels. Hier in Irak staat het vol met palmbomen en dadels. (stuurt meteen een foto)

Mag ik die foto delen?

Op die laatste vraag volgt geen antwoord meer. Een paar dagen later blaast Abdelmalek Boutalliss zich op in de Iraakse stad Haditha.

Kortrijk. Tien dagen na het nieuws van de aanslag lijken vader Idriss Boutalliss en moeder Najat Barissoul nog altijd in shock, maar ze willen één keer hun verhaal vertellen.

Het gezin woont in een rustige straat in een gerenoveerd rijtjeshuis. De vier jongere broers en zussen van Abdelmalek wonen nog thuis. Wanneer het jongste zusje Yusra de kamer binnenloopt, draait moeder Najat op tafel snel een paar foto's om van Abdelmalek in gevechtstenue met het wapen in de aanslag. Yusra zit in het eerste leerjaar, en toont trots hoe ze haar naam in mooie krulletters kan schrijven. Met een smoes wordt het meisje naar de keuken gestuurd.

NAJAT BARISSOUL: Sinds zijn vertrek vorig jaar leven we in een andere realiteit. Hij is vertrokken op woensdag 11 juni. Op dinsdagavond legde hij zijn gsm in de keuken. Hij wilde op zijn kamer studeren en wilde niet afgeleid worden, want donderdag had hij examen. Hij wilde goeie punten behalen, zei hij. Wat later ging ik kijken. Hij zat aan zijn bureau over zijn studieboeken gebogen. Op woensdagochtend vertelde hij aan het ontbijt dat hij 's middags bij een vriend zou blijven eten en dan naar huis zou komen om voort te studeren. Hij is samen met de andere kinderen naar school vertrokken, in T-shirt want het was mooi weer. Hij leek wat verstrooid, want hij vergat bijna zijn insuline mee te nemen. (hij was diabetespatiënt, nvdr.)

Het is de laatste keer dat Najat haar zoon ziet. Na schooltijd komt Abdelmalek niet thuis, maar zijn ouders zijn niet meteen ongerust. Hij blijft weleens bij een vriend hangen. Wanneer hij er rond acht uur 's avonds nog altijd niet is, probeert Najat hem te bellen. Hij neemt niet op. Moeder blijft bellen. Tevergeefs. Het wordt één uur 's nachts. Misschien is de batterij van zijn gsm leeg, denkt ze. Of ligt zijn telefoon nog in zijn kamer?

BARISSOUL: In zijn kamer lagen zijn buskaart en zijn huissleutel. Omdat hij zijn sleutels was vergeten en ons niet midden in de nacht wilde wakker maken? Was hij misschien bij die vriend blijven overnachten, dacht ik. (schudt het hoofd) Waarom dacht ik dat toch? Om mezelf gerust te stellen? Hij had nog nooit bij vrienden overnacht.

Donderdagochtend belt Najat naar zijn school, het Guldensporencollege in Kortrijk. Abdelmalek is er niet. Zijn broer vraagt via Facebook aan vrienden of ze weten waar hij is. Uiteindelijk krijgt een neefje van de familie via Facebook plots contact met Abdelmalek. 'Ik ben in shaam (Syrië, nvdr.) en ik kom niet terug', schrijft hij.

BARISSOUL: We waren compleet verrast. Hij facebookte als Abu Nusaybah. Hij had al een tijdje geen Facebookaccount meer. Ik had hem verplicht om zijn account af te sluiten omdat hij een belangrijke schooltaak niet op tijd had ingeleverd en te veel tijd op Facebook verprutste. Ik heb zelf gecontroleerd dat zijn account wel degelijk afgesloten was.

Abdelmalek stuurt zijn neef nog een foto van ergens op een terras in Turkije waar hij samen met zijn vriend Lucas op staat. Hij schrijft: 'Je zult me een maand lang niet horen, maar daarna kom ik misschien weer online bij broeders van ISIS.'

BARISSOUL: Toen hoorden we voor het eerst wat hij van plan was. Wat moesten we doen? Ik maakte onmiddellijk printjes van het chatgesprek met zijn neef en vroeg om Abdemalek aan de praat te houden terwijl ik naar de politie ging. Misschien konden ze met hun politiecomputers uitzoeken waar in Turkije hij precies op Facebook zat, en konden ze de Turkse politie vragen om hem tegen te houden aan de grens met Syrië?

Bij de politie stoot de moeder op onbegrip: Abdelmalek is meerderjarig. Einde verhaal.

BARISSOUL: Niets, helemaal niets wilden ze doen. Ik heb gesmeekt om ons te helpen. Mijn zoon was ziek. Ik gaf ze de lange lijst met medicijnen die hij elke dag moest nemen. Ik toonde zijn dokters-attesten. Maar zelfs voor een zieke jongen konden ze niets doen.

Hoe, waar en wanneer Abdelmalek is geradicaliseerd, wisten zijn ouders toen niet. Achteraf hebben ze geprobeerd om die puzzel te leggen met verhalen van schoolvrienden en flarden van gesprekken thuis in de maanden voor hij vertrok.

BARISSOUL: Een paar maanden voor zijn vertrek hoorde ik hem huilen in bed. Ik vroeg wat er scheelde. 'Ik ben bang voor Allah en ik ben bang dat ik na mijn dood naar de hel ga', antwoordde hij. Maar wat heb je dan zo fout gedaan, vroeg ik. Hij wist het niet.

Tot een paar maanden voor zijn vertrek ging Abdelmalek zelden of nooit naar de moskee, maar plots veranderde dat.

BARISSOUL: Een klein jaar voor zijn vertrek stelde Abdelmalek mij steeds meer vragen over de islam. Over de geschiedenis van de Koran en het leven in de eerste eeuwen van de islam enzovoort. Hij zei dat de juf op school hem daar soms vragen over stelde en hij wilde kunnen antwoorden. Maar wat wist ik daar nu over? We zijn maar een gewoon moslimgezin. Onze kinderen zijn opgevoed met de vijf traditionele pijlers van ons geloof. We geloven in Allah, we bidden elke dag, we vasten in de ramadan en we geven geld aan arme mensen. De vijfde pijler, een bedevaart naar Mekka, doe je alleen als je er het geld voor hebt. Veel meer kon ik hem niet uitleggen. Ik zei dat hij het zelf moest opzoeken, op internet bijvoorbeeld. In die periode ging hij vaker naar de moskee, maar de imam sprak geen Nederlands.

Veel antwoorden kreeg hij dus niet, maar ik denk dat hij daar Olivier Calebout heeft leren kennen.

Calebout is een bekeerling, hij is tien jaar ouder dan Abdelmalek. Ze worden vrienden en brengen steeds meer tijd samen door. Thuis vertelt Abdelmalek dat zijn vriend hem helpt met huiswerk, maar Calebout verdiepte zich vooral in de gewapende jihad. Zijn kennissenkring noemde hem 'Osama'.

BARISSOUL: Abdelmalek keek enorm op naar Olivier omdat hij de islam zo goed kende en ook vlot Engels sprak. Nadien kwamen we te weten dat Olivier boeken over het salafisme bestelde voor Abdelmalek. Na zijn vertrek was mijn dochter razend, ze heeft al die boeken weggegooid. Calebout had blijkbaar ook banden met Sharia4Belgium. Tijdens de ramadan is hij hier eens komen eten, maar we kenden hem eigenlijk niet. Op een keer nodigde hij Abdelmalek uit voor een reisje naar Nederland. Hij zou de treintickets betalen. Wat ga je daar doen, vroeg ik. 'Zwemmen met alleen mannen', zei Abdelmalek. Alsof er in Kortrijk geen zwembaden zijn. Hij had zelfs een jaarabonnement en ging vaak zwemmen, want hij wilde sterker worden om zich bij een club aan te sluiten, zei hij. Ik heb hem toen verboden om naar Nederland te reizen. Gelukkig heeft hij toen gehoorzaamd, want ik vermoed dat ze toen al vanuit Nederland naar Syrië wilden vertrekken.

IDRISS BOUTALLISS: Calebout was een ronselaar. Hij heeft ook Lucas meegelokt naar Syrië. (Lucas Van Hessche kwam vorige zomer om in het Syrische Al-Hasakeh, nvdr.) Lucas was een goeie jongen, sportief, lachte veel, nooit problemen. Hij zat samen met Abdelmalek op school, en nu zijn ze allebei dood. Waarom heeft de politie die Calebout nooit lastiggevallen? Ik begrijp dat niet.

BARISSOUL: Olivier had een Marokkaans vriendinnetje. Dat meisje is ons later komen vertellen dat hij wilde dat ze met hem naar Syrië zou reizen. Ze heeft geweigerd, en toen zei Olivier dat hij dan wel iemand anders zou meenemen. Het is dus mijn zoon geworden.

Op 12 juni 2014 arriveert Abdelmalek vanuit Turkije in Syrië in het gezelschap van Calebout en Lucas.

BARISSOUL: De eerste vier dagen na zijn vertrek heeft hij me elke dag gebeld. Ik vroeg hem om terug te komen, en zei dat ik hem desnoods zelf zou ophalen in Turkije. Maar hij kon niet meer terug omdat hij geen identiteitskaart meer had, zei hij. Hij zou doorreizen naar Syrië, want hij wilde daar de mensen helpen. Wat zou hij daar mensen gaan helpen, hij was zelf een patiënt. Ik huilde, en hij bleef de hele tijd maar lachen. Dat is toch niet normaal? Ik vroeg hoe hij daar was geraakt, want hij had toch geen geld? 'Osama (Olivier) heeft alles betaald', zei hij. Hij vertelde dat Osama ook insuline voor hem had gekocht.

BOUTALLISS: Hij heeft inderdaad insuline gekregen, maar een andere soort dan hij thuis moest nemen. De verkeerde soort.

Na die eerste telefoontjes horen zijn ouders een maand lang helemaal niets meer. Ook zijn neef krijgt via Facebook geen berichten meer.

BARISSOUL: Via Facebook had ik wel even contact met Olivier. Ik heb hem gesmeekt om mijn zieke zoon terug te brengen. Hij antwoordde dat hij zijn vriend bij zich zou houden. Ik heb hem dan de lange lijst doorgestuurd met medicijnen die Abdelmalek elke dag moest nemen.

In juli 2014 besluit vader Idriss Boutalliss om zijn zoon te gaan zoeken. Hij vertrekt met de vader van Lucas Van Hessche en met Dimitri Bontinck als gids naar het oorlogsgebied in Syrië. Hij neemt een pakket met medicijnen mee.

BOUTALLISS: Natuurlijk was ik bang. Maar bang of niet, als ik doodga, dan ga ik maar dood, dacht ik. In Syrië moesten we om de paar kilometer voorbij een checkpoint. Bij zo'n controle moest iedereen in de bus zijn identiteitspapieren tonen. Ik had alleen mijn Belgische identiteitskaart en durfde ze niet te laten zien. Ik had een baard van een paar dagen en droeg een djellabah en keek wat door het raampje. Als enige in die bus hoefde ik mijn papieren niet te tonen. Misschien omdat ik er als een Syriër uitzag?

In Syrië worden ze van het kastje naar de muur gestuurd, van de ene politiepost naar de andere emir. Overal krijgt vader Idriss te horen: 'Uw zoon is niet in Syrië. We hebben hem nog nooit gezien'. Uiteindelijk reist het gezelschap naar Suluk, een stadje niet ver van Raqqa, de hoofdstad van het kalifaat. Ze hebben gehoord dat in Suluk 'de 'blanke buitenlandse jongens' worden verzameld voor hun militaire opleiding. Abdelmalek blijkt inderdaad in Suluk te zitten. Na verschillende dagen en veel gepalaver krijgt Idriss de nodige papieren met de toestemming om zijn zoon te zien.

BOUTALLISS: De grote voorwaarde was dat ik niet zou proberen om hem mee te nemen naar België. We moesten nog een uur in de volle zon wachten voor het gebouw waar hij zat. Plots stond Abdelmalek voor me. We hebben elkaar omhelsd. We huilden allebei. Hij leek bang. Ik praatte op hem in: 'Wat dóé je hier? Dit is geen veilig land, en dit is jouw oorlog niet. Ga naar een veiliger land. Als je niet meer naar België wilt, ga dan in Turkije of Marokko mensen helpen.' Abdelmalek bleef maar huilen. Hij vermeed oogcontact en leek beschaamd. Hij zei dat hij niet kon terugkeren omdat hij geen papieren meer had. 'Als ik terug naar België kom, vlieg ik in de gevangenis', zei hij.

Idriss belooft zijn zoon dat hij alles zal doen om dat niet te laten gebeuren, en dat hij voor nieuwe papieren zal zorgen.

BOUTALLISS: Ik zei dat hij in Zaventem alleen maar door de politie ondervraagd zou worden. En zelfs als hij even naar de gevangenis moest, was dat nog altijd beter dan in Syrië blijven. Maar hij luisterde niet echt. Na een uur was het gesprek voorbij.

Een lokale IS-leider vertelt dat Abdelmalek een maand in het kamp moet blijven, daarna mag zijn vader hem oppikken omdat hij ziek is en daar niet de nodige medicijnen kan krijgen.

BARISSOUL: We hebben toen meteen de politie ingelicht dat mijn man binnen een maand onze zoon zou terughalen uit Syrië.

Na een maand reist Idriss Boutallis terug naar Turkije met medicijnen én een paspoort voor Abdelmalek. Maar op de luchthaven van Gaziantep in Zuid-Turkije, tegen de Syrische grens, blijkt zijn bagage zoek. Hij wacht een week in een hotel, en gaat elke dag informeren naar zijn verloren koffer, maar die is voorgoed verdwenen. Met Dimitri Bontinck en de vader van Lucas reist hij terug naar Suluk, maar zijn zoon krijgt hij niet meer te zien.

BARISSOUL: Terwijl mijn man nog in Turkije was, kreeg ik telefoon van Abdelmalek. Ik vertelde hem dat zijn vader onderweg was maar, dat zijn koffer met papieren en medicijnen zoek was. 'Ik ga niet op zoek naar mijn vader', zei hij.

De reis van Idriss is mislukt, maar Abdelmalek blijft daarna wel sporadisch contact houden via Facebook of gsm. Dat waren soms vreemde gesprekken, zegt moeder Najat.

BARISSOUL: Soms klonk hij normaal en vroeg hij hoe het met ons ging en of de kinderen wel hun best deden op school. Ik denk dat hij dan alleen was. Maar soms was hij heel anders en wilde hij dat we met het hele gezin naar het kalifaat zouden verhuizen. Echte propagandapraatjes van de IS. Als hij zo praatte, wist ik dat hij niet alleen aan de telefoon was. Ik vroeg vaak wanneer hij naar huis zou terugkeren, maar daar ben ik mee opgehouden. Hij beloofde dat als ik niet meer zou vragen om terug te keren, hij ons ook niet meer zou vragen om naar Syrië te verhuizen.

Wat Abdelmalek precies deed in Syrië, zouden zijn ouders nooit te weten komen.

BARISSOUL: Soms had hij het over weeskinderen die hij hielp. Hij vertelde ook altijd dat hij op een veilige plek zat, of hij kwam met een verhaal dat hij in de woestijn zat en naar een soort stoet keek. In de zomer is de communicatie gestopt. Toen eind september de Russische bombardementen op Syrië begonnen, zat hij wellicht al in Irak, want in ons laatste gesprek had hij het over de lekkere Iraakse honing en hoe goed hij de lokale dialecten sprak. Hij zei toen ook weer dat we moesten verhuizen, al was het maar voor de heerlijke dadels. Hij zei dat hij ons foto's zou mailen, maar die hebben we nooit gekregen.

Na weken van stilte krijgt de familie via WhatsApp plots een bericht in het Arabisch dat Abdelmalek een zelfmoordaanslag zal plegen. Hij kan dat zelf niet geschreven hebben want hij kende nauwelijks Arabisch, zegt Najat.

BARISSOUL: Zodra ik dat bericht las, nam ik contact op met Montasser. Ze hebben dan bijna een maand lang met elkaar gecommuniceerd.

De aangekondigde aanslag komt er niet meteen. Maar dat blijkt uitstel: op 10 november bevestigt de IS dat 'Abu Nusaybah' een aanslag heeft gepleegd met een bomauto.

Najat verbijt haar tranen wanneer ze over die laatste episode vertelt. Ze loopt naar de keuken om meer thee te zetten. Idriss staart voor zich uit en zwijgt.

BARISSOUL: Ik kan nog altijd niet geloven dat mijn zoon zoiets heeft gedaan. Soms denk ik dat hij nog leeft, dan weer niet. Tegen de kinderen hebben we gezegd dat ze het nieuws van zijn dood niet onmiddellijk moesten geloven. De kranten schreven al eens dat hij gestorven was, en dat bleek achteraf niet waar. (zucht) In mijn hoofd weet ik dat Abdelmalek dood is, maar in mijn hart kan ik het niet geloven.

De familie krijgt veel reacties uit de buurt. Vandaag is er vooral medeleven, maar toen Abdelmalek vertrok, was het hard.

BARISSOUL: Sommigen komen nu huilend langs, maar ik weiger om mee te huilen. Ik kan het niet meer. Ik heb anderhalf jaar elke dag gehuild, en het heeft helemaal niets veranderd. Toen Abdelmalek vertrok, waren de reacties heel anders. Het was mijn schuld omdat ik hem niet streng genoeg had opgevoed, of omdat ik hem leerde bidden. Ik zou toegelaten hebben dat hij met verkeerde vrienden omging enzovoort. Een paar dagen na het vertrek van Abdelmalek vroeg de burgemeester wat hij voor ons kon doen. Ik zei dat ik mijn moeder nodig had. Hij antwoordde dat ik snel een aanvraag moest indienen om haar uit Marokko te laten overkomen en dat hij zou helpen. Onze aanvraag werd geweigerd, want ze vreesden dat mijn moeder niet meer naar Marokko zou terugkeren.

Over de overheid zijn ze bitter gestemd. Najat deed jarenlang vrijwilligerswerk voor de stad als tolk, en hielp met paperassen die migranten niet begrepen. Ze voelen zich in de steek gelaten, zowel door het stadsbestuur als door de politie en de lokale welzijnswerkers.

BARISSOUL: Iemand van het lokale CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk) zei dat mijn zoon besmettelijk was, en dat hij nog meer mensen naar Syrië zou lokken.

De ouders blijven ervan overtuigd dat het perfect mogelijk was geweest om hun zoon tegen te houden.

BARISSOUL: In januari 2014 kreeg ik samen met collega's mijn officiële attest als brugfiguur. Een schepen speechte en vertelde onder andere dat een zekere Abu Nusaybah uit de Veldstraat naar Syrië zou vertrekken. Niemand wist wie dat was. Ik ook niet, want pas na het vertrek van Abdelmalek wisten wij dat hij Abu Nusaybah was. Het stadhuis en de politie wísten dat dus. Ze wisten zelfs in welke straat hij woonde, ónze straat. En toch deden ze niets. Waarom hebben ze ons niet gewaarschuwd? Waarom hebben ze zijn gegevens niet doorgespeeld aan de grenscontrole op Zaventem? Waarom hebben ze de Turkse politie niet op de hoogte gebracht?

Najat sluit haar dikke map met foto's, prints en krantenknipsels, en toont ons nog een pak dicht beschreven velletjes.

BARISSOUL: Telkens als ik me boos of machteloos voelde, schreef ik wat. Maar het liefst wil ik alles vergeten wat het voorbije anderhalf jaar met ons is gebeurd. Maar hoe? Misschien moet ik het allemaal opschrijven in een dik boek, en dat dan voor altijd dichtklappen.

Met Jan Lippens. Ook te raadplegen via Knack.

Reageer