We mogen ons niet in de slachtofferrol wentelen

Minister van Onderwijs Hilde Crevits stelde de Gentse imam Khalid Benhaddou aan als coördinator van een team islamexperts dat in scholen de radicalisering van moslimjongeren moet tegengaan. 'We moeten dringend het onderwijs in onze moskeeën veranderen. Het is veel te ouderwets.'

Twintig jaar was hij toen hij imam werd. Khalid Benhaddou (27), een kind van de Gentse volkswijk Brugse Poort, leidt sinds twee jaar de grootste moskee van de stad. 'Ik heb daar niet echt voor gekozen, ik ben erin gerold', zegt hij. 'Zoals elk moslimkind ging ik naar de Koranschool. Mijn ouders waren een typisch gastarbeidersgezin, dat in de jaren zeventig van Marokko naar Gent is geëmigreerd. Mijn vader werkte 35 jaar in een bloemkwekerij en is met pensioen. Mijn moeder was huisvrouw en zorgde voor haar acht kinderen. Mijn ouders waren weinig geschoold en stuurden hun kinderen naar de moskee omdat ze wilden dat we de belangrijkste waarden van de islam meekregen. Op m'n twaalfde kende ik de hele Koran uit het hoofd. Met een houten pen en zelfgemaakte inkt schreef ik alle verzen op een houten plank. Drie keer heb ik de hele Koran overgepend. Ik deed ook mee aan Koranwedstrijden.

Koranwedstrijden? Wat moeten we ons daarbij voorstellen?

KHALID BENHADDOU: Dat zijn echte wedstrijden in het reciteren van Koranverzen. De wedstrijdleider zegt bijvoorbeeld: 'Hoofdstuk 13, vers 36.' En dat moet je dan foutloos citeren met de juiste klemtonen en intonatie. De beste van elk land mocht naar internationale wedstrijden. In Kroatië heb ik ooit zo'n wedstrijd gewonnen, en in Dubai eindigde ik in de top tien, op 97 deelnemers. De winnaar kreeg 200.000 euro.

De Koran is ook goedbetaalde sport?

BENHADDOU: (lacht) Die wedstrijden zijn vooral een motivatie om te blijven studeren, en tegelijk leg je veel internationale contacten. Daardoor krijg je beter inzicht in de verschillende strekkingen die een rol spelen, soms met verstrekkende gevolgen voor de manier waarop vandaag in Vlaanderen naar moslims gekeken wordt.

De gemiddelde Vlaming hoort en leest over gewelddadige Syriëstrijders, slecht geïntegreerde moslimjongeren en een gesloten gemeenschap.

BENHADDOU: Om de situatie van de moslims in Vlaanderen te begrijpen, moet je weten wat zich op wereldniveau afspeelt. Zowel het Westen als het Oosten is in crisis. Door de globalisering komen alle normen en waarden in het gedrang. Het wordt nooit meer zoals vroeger, toen Oost en West op hun eigen terrein speelden en ook bleven. Ondertussen leven we soms letterlijk op elkaars terrein. Het Westen beleeft een crisis omdat de grote ideologische verhalen van links en rechts zijn weggevallen. De vrije markt bepaalt de samenleving. Iets heeft maar waarde als er veel vraag naar is: van die norm is het Westen doortrokken. Het Oosten is in crisis sinds de val van het laatste kalifaat in 1924. Er verschenen massa's boeken waarin men zich afvroeg waarom het Oosten ter plaatse bleef trappelen terwijl het Westen snel vooruitging. Zo is de versplintering van de islamwereld ontstaan. Eén groep, de salafisten, zoekt vooruitgang in de terugkeer naar de eerste drie eeuwen van de islam en de letterlijke toepassing van de Koran. Een andere groep zegt dat we het westerse model moeten kopiëren en een soort liberale islam ontwikkelen. Daarnaast heb je een groep die een nieuw kalifaat nastreeft. Sommigen via politieke weg, zoals de Moslimbroederschap, maar anderen, zoals de IS en Al-Qaeda, doen het met geweld. Ze zijn uit op oorlog, en daarom zijn ze een gevaar voor Europa. En je hebt een laatste groep, die teruggrijpt naar denkers en geleerden die de ratio vooropstelden, zoals Averroes. Die versplinterde context moet je kennen.

En waar staat u voor?

BENHADDOU: Ik streef naar een rationele islam. De islam heeft hoogtijdagen beleefd met eminente wetenschappers, filosofen, juristen, wiskundigen. Er was een gouden tijdperk met onder andere Bayt al-Hikma (Huis der Wijsheid in het middeleeuwse Bagdad, nvdr.), de wereldberoemde academie voor onderzoek en onderwijs. De islamwereld kon toen opboksen tegen andere grote beschavingen. De filosoof Averroes is voor mij een belangrijk referentiepunt om die rationele islam te realiseren.

Bayt al-Hikma dateert van de negende eeuw. U wilt terug naar die tijd?

BENHADDOU: Maar nee. Ik wil die rationele denkmethoden van toen als leidraad gebruiken. Trouwens, al die verschillende strekkingen van de islam zijn vandaag in Europa aanwezig. Ook de gewelddadige politieke islam, maar die overheerst zeker niet. Van hieruit proberen ze een complex vraagstuk op te lossen in de islamlanden. Een van de gevolgen daarvan is dat jonge moslims wel hier wonen, maar mentaal willen meebouwen aan een nieuwe samenleving in het Oosten. Dat is niet goed. Daarom pleit ik voor een rationele islam die zich volledig in Europa inschakelt. We leven hier en nu, en moeten hier en nu ons leven organiseren en onze godsdienst beleven.

U pleit dus voor een euro-islam? Islamcriticus Wim van Rooy zegt dat zoiets gedoemd is om te mislukken.

BENHADDOU: Ik ben allergisch voor die term. Hij is al zo vaak misbruikt dat moslims euro-islam associëren met het einde van de islam. Misschien is dat ook wel de échte bedoeling van sommigen. Ik wil een rationele islam, gebaseerd op de wetenschappelijke methode.

Kun je een godsdienst wetenschappelijk funderen?

BENHADDOU: Wetenschap en godsdienst hoeven elkaar toch niet tegen te spreken? Ik geloof dat zowel de heilige teksten als de exacte wetenschap van God afkomstig zijn. Anders zou dat toch een contradictie in de schepping impliceren? Wanneer de heilige teksten ingaan tegen de exacte wetenschap, moeten die teksten allegorisch worden geïnterpreteerd. Dat is ironisch genoeg ook de visie van de twaalfde-eeuwse geleerde Ibn Taymiyah, die vandaag de inspiratiebron is van de jihad-ideologie.

Hoe kunt u bijvoorbeeld het islamverhaal van de schepping rijmen met de wetenschap over het ontstaan van het universum?

BENHADDOU: Wetenschappers zoeken hoe het universum kon ontstaan. De islam zegt dat Allah het heeft geschapen. Dat is toch niet in tegenspraak? We zijn niet tégen wetenschap. Er waren in vroegere eeuwen veel moslims die perfect wetenschap bedreven. Voor mij begint het geloof waar wetenschap eindigt. Wetenschap zoekt naar causale verbanden in de schepping, geloof beantwoordt de existentiële vragen en geeft zin aan wetenschap. Ze werken complementair. Als de schepping zogenaamd zes dagen duurde en andere teksten interpreteren dat overdrachtelijk alsof één dag gelijkstaat aan duizend jaar, dan duurde de schepping van het heelal misschien wel zesduizend jaar.

Dat is nog altijd een paar miljard jaar minder dan wat wetenschappers berekenden.

BENHADDOU: Ach, ook die zes dagen of duizend jaar moet je toch niet letterlijk opvatten? Niets in de wetenschap belet dat moslims in een allegorisch scheppingsverhaal geloven.

Hoe is het gesteld met de wetenschap in Arabische landen, en de kennis daarvan bij de moslims?

BENHADDOU: Een Europeaan leest gemiddeld 36 uur per jaar, een doorsneemoslim zes minuten. Een doorsnee-Amerikaan leest gemiddeld elf boeken per jaar, en met twintig moslims samen komen we gemiddeld aan één boek per jaar. Dat is een ramp. De eerste regel van de Koran is nochtans: léés. Wetenschap is evolutief. Wel, dat moet de interpretatie van de islam ook zijn. Moslims die in het Westen wonen, moeten zich heruitvinden in een samenleving die hen constant intellectueel en wetenschappelijk uitdaagt. In Europa hebben we de vrijheid om die uitdaging aan te gaan. In sommige Arabische landen hebben moslims die vrijheid niet. De rationele islam is onze enige uitweg in het Westen.

Behoort u met uw rationele opvatting niet tot een heel kleine minderheid? Uit verschillende onderzoeken blijkt bijvoorbeeld dat de meerderheid van Europese moslims de Koran en de sharia boven de wetten van het land waar ze wonen stelt.

BENHADDOU: (haalt de schouders op) Ik ken die onderzoeken. De meerderheid plaatst inderdaad de Koran boven nationale wetten. Dat betekent toch niet dat de Koran automatisch indruist tegen de geldende wetten? De sharia is een compleet rechtssysteem, ze is meer dan de straffen waar altijd naar wordt verwezen. Ook die regels moet je interpreteren in hun historische context.

Wat valt er te interpreteren aan straffen zoals dood door steniging of handen afhakken?

BENHADDOU: Het gaat om het afschrikeffect. Ook dat moet je niet letterlijk nemen. In de tijd van de profeet zijn er geen tien gevallen geweest waar men zulke straffen heeft uitgevoerd. De islam maakt onderscheid tussen twee soorten shariaregels. Een eerste deel slaat op de relatie tussen de gelovige en Allah, hoe je je geloof moet belijden. Elke godsdienst heeft dat soort regels. Het tweede luik gaat over relaties tussen mensen, handel, huwelijk en ook strafrecht. De sharia hier invoeren is voor de moslimdenkers nooit een issue geweest. Alle regels die betrekking hebben op de relatie met de medemens moet je naar de geest lezen en niet naar de letter. Sharia4Belgium nam het wel letterlijk, en het is net die politieke islam waar we van afmoeten. In het Westen is ratio onze gemeenschappelijke noemer, en de islam past daar perfect onder. Democratie is een dynamisch gegeven. Wat vroeger als democratie bestempeld werd, is dat nu niet meer. Ook moslims moeten hun rol spelen in die evolutie. Nogmaals: we moeten jongeren die hier geboren zijn leren om met een rationele blik naar hun godsdienst te kijken. Ze krijgen te vaak alleen de geromantiseerde geschiedenis over de profeet, en missen de geopolitieke context van toen én vandaag. Het volstaat niet om de Koran uit het hoofd te leren. Je moet hem interpreteren in de tijd waarin je leeft, en dat is nu eenmaal ingewikkelder dan enkele eeuwen geleden. De islam is geen eenvoudig verhaaltje van de waarachtige legers die heldhaftig strijden tegen de valse legers die de islam belagen. Helaas gaat een apocalyptisch discours zonder veel nuances er bij veel jongeren in als koek. Dat is gevaarlijk.

U bent zowat tot Mister Deradicalisering benoemd. Hoe wilt u het aanpakken?

BENHADDOU: Ik ben helemaal geen Mister Deradicalisering . Ik heb als expert meegewerkt aan het actieplan tegen radicalisering in het Vlaams Parlement. Het onderwijs is een van de kanalen die we moeten gebruiken om radicalisering te voorkomen. Dat onderwijsproject ga ik coördineren.

U zult geen teruggekeerde Syriëstrijders deradicaliseren?

BENHADDOU: Nee. Ik kan dat niet, al was het maar omdat ik er niet de juiste uiterlijke kenmerken voor heb. Ik heb geen lange baard, ik kleed me zoals andere jonge Vlamingen enzovoort. Radicale jongeren zouden wellicht niet eens luisteren naar wat ik te vertellen heb. Veel van die teruggekeerde jongeren die in de gevangenis zitten, worden aan hun lot overgelaten. Er zijn wel moslimconsulenten, maar zij hebben te weinig theologische bagage om in debat te gaan met een radicale jihadist. Het kan nochtans werken. Misschien moet Europa eens naar de aanpak in de Arabische wereld kijken, die al veel langer met het fenomeen geconfronteerd wordt. In Marokko worden jihadisten in de gevangenis weliswaar hard behandeld, maar ze krijgen ook bezoek van islamconsulenten van hoog theologisch kaliber. Zo is Mohammed al-Fizazi, een prominente jihadideoloog, tot inkeer gekomen. Hij speelt nu een zeer belangrijke rol in de deradicalisering. Repressie werkt niet deradicaliserend, dialoog wel. Voor mij is preventie ook een vorm van deradicalisering. Maatschappelijke uitsluiting en racisme zijn componenten van radicalisering, maar ze zijn niet determinerend. Veel Syriëstrijders, die geen slachtoffer van racisme waren, zijn vertrokken uit overtuiging. Het is een werk van lange adem, en daarom zijn sommige politici er niet in geïnteresseerd, denk ik. Repressie is zichtbaarder, en je kunt er electoraal mee scoren. Werken aan preventie garandeert niet meteen zichtbare resultaten voor een volgende verkiezing. Maar dit land moet wel stevig werk maken van de aanpak van racisme en discriminatie. België is al vaker op de vingers getikt door internationale instanties. Of hebben de politici daar de moed niet voor? Een tijdje geleden stonden zogenaamde praktijktests op de politieke agenda, maar die zijn er nooit gekomen. Waarom niet? Ik vond het ook verrassend dat bij de laatste verkiezingen geen enkele partij de strijd tegen discriminatie prominent in haar programma had.

Sommige politici zeggen dat racisme relatief is, en dat moslimjongeren alle kansen hebben gekregen maar ze niet grijpen. Islamcritici vinden dat moslims te veel aan zelfbeklag doen.

BENHADDOU: De relativiteit van racisme ontgaat me helemaal. We mogen ons niet in de slachtofferrol wentelen. Er ís racisme, er ís discriminatie, maar het helpt niet om daarover aan de zijlijn te staan klagen. Je kunt niet verwachten dat politici die een compleet andere achterban tevreden willen houden het opnemen voor moslims. Ik wil vooral dat er actief aan het maatschappelijk debat wordt deelgenomen. Daarvoor hebben we meer prominente figuren nodig die durven door te zetten, ondanks obstakels zoals islamofobie. Alles wat met de islam geassocieerd wordt, wordt tegenwoordig als slecht of gevaarlijk beschouwd. Banale kwesties worden zo nodeloos geproblematiseerd.

Zoals gescheiden zwemmen of onverdoofd slachten?

BENHADDOU: Ja, dat zijn voorbeelden die de moslimgemeenschap soms de indruk geven dat ze geviseerd wordt. Ik merk dat veel partijen, ook op Europees niveau, er alle belang bij hebben om moslims te viseren. Extreemrechts en nationalisten lokken zo kiezers. De zogenaamde clash of civilisations werd eerst weggelachen, nu enten die partijen er hun programma op. De wet is de ultieme toetssteen. Je kunt vinden dat een boerkini indruist tegen jouw manier van leven, maar als de wet hem niet verbiedt, moeten we ons daar toch allemaal naar schikken? Wie vindt dat zijn manier van leven de norm voor iedereen moet zijn, zal de wetten en de grondwet moeten veranderen. Dat geldt ook voor moslims. De verlichting garandeert godsdienstvrijheid en maakt het voor iedereen mogelijk om daar zijn eigen invulling aan te geven, zolang dat niet indruist tegen de wet of met geweld gepaard gaat. Ik vond het nogal opmerkelijk dat Bart De Wever (N-VA) het frappant noemde dat vrouwen van de derde generatie in een seculiere samenleving nog altijd voor een hoofddoek kiezen. De verlichting heeft toch de godsdienstvrijheid gewaarborgd? Tenzij hij het over een andere verlichting heeft.

Om wetten te veranderen, heb je politieke macht nodig. Moslims vertegenwoordigen amper 6 procent van de bevolking.

BENHADDOU: Macht is geen kwestie van kwantiteit. De Joodse gemeenschap is vrij klein en toch heeft ze veel macht. We moeten eerder focussen op kwaliteit om zo sterker te staan en het debat beter te voeden. Dus moeten we onze jongeren in de eerste plaats aanmoedigen om hard te studeren.

Zou een moslimpartij helpen?

BENHADDOU: Dat kan, maar het is niet noodzakelijk. Politieke partijen hebben vandaag niet langer alle macht. De macht zit vooral bij de vrije markt en de grote bedrijven. Moslims zouden zich ook economisch sterker moeten maken.

Moslims moeten veeleer economische dan politieke macht nastreven?

BENHADDOU: We moeten zeker meer ondernemen. De moslimgemeenschap heeft veel kleinere handelszaken en bedrijfjes, maar de schaal moet groter.

Moslims die zich bij een bestaande partij aansluiten, worden vanuit de moslimgemeenschap soms verraders en zelfs huisnegers genoemd.

BENHADDOU: Alweer een veel te emotionele reactie. Je zult nooit één grote, eensgezinde moslimgemeenschap hebben. Iedereen heeft zijn eigen ideeën en agenda, maar wie een sterk verhaal heeft, kan veel mensen achter zich scharen.

Terug naar de radicalisering. Sommige analisten vrezen dat nog meer jongeren zullen vertrekken sinds de Russische bombardementen in Syrië. Hoe denkt u die mensen tegen te houden?

BENHADDOU: Dat lijkt me lastig, maar ik zal mijn uiterste best doen vanuit mijn nieuwe functie om tijdig met die jongeren te praten en te voorkomen dat ze afglijden.

Staat u dan machteloos als imam?

BENHADDOU: Als imam kun je moeilijk overal gaan aankloppen. Als de overheid effectief extremistische jongeren in kaart zou kunnen brengen, moeten daar mensen met een sterk theologisch profiel op afgestuurd worden. Dat gebeurt te weinig.

U krijgt toch lof omdat er vanuit Gent geen jongeren vertrokken zijn?

BENHADDOU: Een tijdje geleden zijn er wel twee vertrokken. Maar Gent is relatief gespaard gebleven, en dat heeft wellicht te maken met het feit dat de meerderheid van de Gentse moslims Turken zijn. Turkse jongeren praten onderling Turks, Marokkaanse jongeren praten Nederlands met elkaar. De Turkse identiteit blijft dus veel sterker aanwezig. De Turken belijden ook een meer gestructureerde islam die minder politiek geladen is. De gemiddelde Marokkaanse jongere heeft minder affiniteit met zijn thuisland, en probeert zich de dominante cultuur waarin hij woont eigen te maken. Als hij dan op uitsluiting botst, werkt dat radicalisering in de hand. De theorie 'hoe beter ze geïntegreerd zijn, hoe vatbaarder voor radicalisering' is niet helemaal fout.

Wat zegt u als rationele moslim tegen verontruste Vlamingen die vinden dat Wim van Rooy gelijk heeft als hij de islam een gevaar noemt?

BENHADDOU: Ik heb vanochtend in een katholieke school in Brugge tweehonderd leerlingen toegesproken. Zij zaten ook met angsten. Ik heb ze verteld dat ze zich niet mogen laten meeslepen door de angstcultuur. We moeten niet óver elkaar maar mét elkaar praten, heb ik ze verteld. We moeten elkaar echt veel beter leren kennen en veel meer met elkaar omgaan. En hoe moet dat gebeuren? Ik heb ook geen concrete oplossing die morgen perfect zal werken, hoor. We moeten bijvoorbeeld dringend het onderwijs in onze moskeeën veranderen. Dat is nu veel te ouderwets. De structuur van onze moskeeën is achterhaald.

U bent een van de weinige Nederlandstalig opgeleide imams, en u vindt dat zelf een probleem. Waarom?

BENHADDOU: De eerste generatie moslims die hier als gastarbeider arriveerde, had geen behoefte aan Nederlandstalige imams, ze spraken Arabisch en begrepen hun Arabische imam. De volgende generatie is hier geboren, ging hier naar school, en Nederlands werd haar eerste taal. De traditionele imam begrepen ze letterlijk niet meer, en hij speelde ook niet de rol die ze van hem verwachtten. De rol van een imam in islamlanden is veel meer beperkt tot wat zich binnen de moskee afspeelt, terwijl imams in het Westen het aanspreekpunt zijn voor alles en nog wat dat zich ook buiten de moskee afspeelt. Er wordt verwacht dat ze advies geven over opvoeding van kinderen, huwelijksproblemen, psychologische klachten enzovoort. Bovendien verwachten de moslims van hun imam dat hij hen ook het maatschappelijk debat helpt begrijpen. Je bent tegelijk religieuze autoriteit, aanspreekpunt en vertrouwensfiguur. Dat is niet niks.

U bent voorzitter van het platform van Vlaamse imams, maar die zijn er toch nauwelijks?

BENHADDOU: We zijn met een twintigtal en daarvan zijn er een viertal actief als imam in een moskee, maar we werken uiteraard aan uitbreiding over heel Vlaanderen.

Met vier imams gaat u de rationele islam promoten?

BENHADDOU: Er zijn wel meer moslims die deze rationele boodschap verspreiden, maar men hoort ze nog te weinig, ze krijgen ook te weinig de kans om op de publieke tribune te komen. Het is niet gemakkelijk en het is werk van lange adem. Maar het simpele feit dat ik met u twee uur over de rationele islam kan praten, is toch al een teken van vooruitgang?

Met Jan Lippens. Beeld Jef Boes. Ook te raadplegen via Knack.

Reageer